De Ronsese Bommelfeesten zijn een jaarlijks carnavalesk, folkloristisch volksfeest welke doorgaat tijdens het weekend van de eerste Maandag ná Driekoningen. Je zou het een soort ‘wintercarnaval’ kunnen noemen…
Al sinds de middeleeuwen vieren de bommels (de naam komt van het Picardische “bonmoss”, wat vrolijke vrienden betekent) in Ronse Zotte Maandag…
In tal van Vlaamse steden kende men een ‘verzworen Maendach’ of een ‘verloren maandag’ of een ‘verzopen maandag’. In Ronse kent men de ‘zotte maandag’.
Sinds het concordaat van Napoleon (1803) was Driekoningen één van de voornaamste hoogdagen van het jaar. Toen naar het einde van die eeuw de industrialisatie het werk meer en meer in de fabrieken concentreerde, was het niet langer mogelijk die dag vrijaf te nemen om te feesten. De stoomketels die in de fabrieken voor drijfkracht zorgden, konden niet zo maar worden gedoofd. Zo kwam men op het idee de arbeiders een dag vrijaf te geven op de eerste maandag na Driekoningen. Omdat de ketels elke week op zaterdag werden gedoofd, was er geen nutteloos verlies.
Dus werd er op maandag ‘gefeest’ en werd de Zotte Maandag geboren. Deze bij uitstek volkse gewoonte vindt haar oorsprong ontegensprekelijk op “Driekoningenavond” of “dertienavond”. Bij die gelegenheid werd in familie- of vriendenkring o.a. de ‘koning’, de ‘tallorelekker’ en de ‘zot’ uitgeloot. De ‘zot’ trok dan verkleed en ‘vermomd’ naar de feestvierders van Dertienavond om ze ‘hun zotheid’ te zeggen (figuurlijk dan). Deze ‘oude Ronsische gewoonte’, is in Ronse beter gekend als ‘bonmo lupen op Zoote Mondag’, en ging vooral door in de verschillende wijken die de stad Ronse kende.
Ephrem Delmotte, toenmalig secretaris van de V.V.V., muziekleraar en stadsbeiaardier, speelde een voorname rol in de evolutie van de ‘Zotte Maandag’ viering. Wat tot kort ná de tweede wereldoorlog alleen in de verschillende ‘wijken’ van de stad werd gevierd, bestond de verdienste van Ephrem Delmotte er voornamelijk in de eeuwenoude traditie ‘nieuw’ leven in te blazen… Ephrem werd geboren in 1905 en groeide op in de Ronsische volkswijk ’t Spillegem. Zijn ouders waren uitbaters van een café. Hierdoor heeft Ephrem in zijn jeugd veel ‘Bommels’ gezien.
Bij zijn pensionering (juni 1960) ging Ephrem Delmotte in Oostende wonen. De Zotte Maandag viering dreigde hierdoor in de ‘vergetelhoek’ te geraken. De V.V.V. richtte in september 1960 een onafhankelijk comité op, nl. de ‘Commissie van Zotte Maandag’ met als voorzitter Maurice Provost, schepen van de stad Ronse. Dit comité nam de organisatie van het ‘Zotte Maandag’ op zich.
Spijtig genoeg konden de Zotte Maandagfeesten van Januari 1961 niet doorgaan wegens de sociale onlusten in het land n.a.v. van de Eenheidswet. Vrijwel onmiddellijk voert het comité enkele vernieuwingen door om het feest van Zotte Maandag een ‘nieuw’ elan te geven. Zo werd er eind november 1961 een Gala Bal ingericht waarop een Koningspaar werd verkozen. In januari 1963 ging voor het eerst de Bommelsstoet door op zaterdagavond van het Zotte Maandag weekend. Hierdoor werd de Zotte Maandag een 3-daags feest en kreeg deze viering de officiële naam van de BOMMELSFEESTEN.
Door het verplaatsen van de Bommelsstoet naar de zaterdagavond konden nu ook groepen (Carnavalsgroepen) uit andere steden en het buitenland (Nederland, Frankrijk, Duitsland) deelnemen aan de Bommelsstoet. De eeuwenoude traditie van ‘Bonmo luupen’ (Bommel lopen) bleef behouden. In 1966 kreeg het comité een nieuwe benaming, nl. Raad der Bommels. Het stadsbestuur van Ronse nam in 1989 de beslissing om van de ‘Raad der Bommels’ een Stedelijke Raad der Bommels te maken. Een belangrijke stap om de Bommelsfeesten en zijn Zotte Maandag als immaterieel erfgoed te blijven ondersteunen en te erkennen.
© 2022 Bommels. All Rights Reserved. Developed by Joyjet